Eén van de belangrijkste functies van vitamine K is: transport van calcium naar je botten. Hierover geeft Yvonne van Stigt informatie in het interview, dat je via de balk hieronder kunt beluisteren.

Je botten verliezen calcium als je te weinig vitamine K binnenkrijgt. Calcium gaat dan in je aderen zitten, waardoor je aderverkalking oploopt. Hierdoor vermindert de soepelheid van de bloedvaten.

In Japan krijgen ze veel vitamine K binnen via natto, een vorm van gefermenteerde soja. In Japan is het op een goede manier te eten, maar de vorm die in ons land voorkomt heeft geen lekkere smaak.
De groene groentes zijn voor ons goede leveranciers van K. Kaas en zuivel bevatten ook vitamine K, maar die bronnen hebben nadelen. Je darmflora maakt de meeste vitamine K aan. Echter, bij veel mensen is de darmflora niet meer optimaal.

Heb je echt problemen met de vitamine K-huishouding, dan kom je niet om supplementen heen. Let er dan wel op dat je het supplement van vitamine K2 combineert met vitamine A en D. 40-100 mcg per dag vitamine K2 heb je nodig om het probleem op te lossen, om de aderverkalking aan te pakken. Bij het ouder worden kan een supplement met vitamine K2 de soepelheid van bloedvaten verbeteren.

Je gehalte aan vitamine K is gemakkelijk (indirect) te meten door de stijfheid van bloedvaten te laten bepalen, met de stiffnograph.

Vitamine K2 is verder ook belangrijk voor mensen die diabetes type 2 hebben. Het heeft namelijk een functie in de glucosehuishouding en zenuwen.

Wouter de Jong heeft ook informatie voor mensen die geïnteresseerd zijn in gezond houden van de botten. Ook hij onderstreept dat vitamine D en K2 de belangrijke stoffen voor goede botstofwisseling. Het is volgens Wouter niet nodig om calcium in supplementvorm te slikken. Onze voeding bevat genoeg van dit mineraal. Je kunt wel denken aan het innemen van extra magnesium, dat je ook via groene bladgroentes binnenkrijgt.

Yoghurt en supplementen met extra vitamine D beschermen tegen botontkalking, zegt Wouter. Melk en kaas niet. Dat blijkt uit een Ierse epidemiologische studie.

Interview over botgezondheid met Wouter de Jong