Homeopathisch arts Frits van der Blom geeft in de uitzending informatie over het ontstaan van kanker.

Beluister hieronder het gehele interview.

De meeste mensen die een vorm van kanker hebben weten evenmin als hun artsen wat kanker eigenlijk is. Men richt de aandacht op het gevolg, namelijk een gezwel en daar wil men van af, zonder zich te realiseren dat dit symptoom is van een ontspoord biologisch evenwicht.

Kanker is het logische en begrijpelijke gevolg van langdurig cellulair zuurstoftekort. Op het vlak van voeding zijn het gebruik van geraffineerde oliën en vetten in dit verband uiterst schadelijk. Eveneens zeer schadelijk is de consumptie van suikers. En ten slotte zijn conserveermiddelen eveneens schadelijk in dit verband.

Naast deze voedingsfactoren blijken onverwerkte psychotrauma’s een essentiële rol te kunnen spelen, aangezien dergelijke condities een grote impact hebben op onze biologie. Laat ik iets nader ingaan op enkele belangrijke biologische aspecten.

Vetten zijn koolwaterstofketens, anders gezegd ketens van koolstofatomen met meestal twee waterstofatomen per koolstofatoom en soms met één waterstofatoom per koolstofatoom. Verzadigde vetzuren hebben per koolstofatoom overal twee waterstofatomen en zijn langere of kortere rechte symmetrische stokjes, vergelijkbaar met lucifertjes. Onverzadigde vetzuren zijn minder verzadigd van waterstof, wat betekent dat hier en daar in de keten slechts één in plaats van twee waterstofatomen aan een koolstofatoom verbonden zijn. Dit heeft asymmetrie tot gevolg; het stokje maakt daar een bochtje, vergelijkbaar met een geknakt lucifertje. Dit bochtje noemt men een omegaplekje (omdat het uiterlijk doet denken aan deze Griekse letter) en als er per vetzuur meerdere omegaplekjes zijn, spreekt men van meervoudig onverzadigde vetzuren. Als er slechts één omegaplekje is, spreekt men van een enkelvoudig onverzadigd vetzuur.
Deze omegaplekjes hebben een belangrijke betekenis en deze dient goed te worden begrepen in dit verband. Onverzadigde vetzuren zijn (naast cholesterol) onderdelen van onze celwanden en de aanwezige omegaplekjes functioneren daar als een soort van zuurstofmagneetjes. Aldus worden zuurstofmoleculen door de celwand heen getransporteerd, zodat de intracellulaire verbranding (oxidatie) kan plaatsvinden in de energiecentrales ofwel mitochondria. Dit is uiteraard essentieel voor het biologische leven zelf.
Reeds in de jaren twintig van de twintigste eeuw was dit bekend en uitgebreid onderzocht door professor Otto Warburg, hoogleraar te Berlijn, die hiervoor een nobelprijs heeft ontvangen.

Hier schuilt de essentiële betekenis van omega-vetzuren, maar helaas zijn omegaplekjes nogal kwetsbaar in die zin dat zij nauwelijks of geen hitte kunnen verdragen. Dus verhitte onverzadigde oliën zijn oliën waarvan de omegaplekjes geoxideerd zijn, dus beschadigd zijn, dus niet meer als zuurstofmagneetjes kunnen functioneren. Met name alle noten- en zadenoliën bevatten heel veel omegaplekjes en kunnen daarom beter niet worden gebruikt als bak- of braadmiddel. Oliën kunnen naast het gebruik als bakmiddel al verhit worden door de noten of zaden heet te persen, wat op industrieel niveau heel gewoon is. Heet persen is immers gemakkelijker dan koud persen. Er zijn heel veel industriële bewerkingsprocessen, zoals bijvoorbeeld hydrogenatie en ontgeuring, maar in bijna alle gevallen worden hoge temperaturen gebruikt en dat is, zoals al gezegd, precies het probleem voor de omegaplekjes en daarmee voor onze gezondheid.

Bakken, braden en wokken dienen dus te gebeuren met vetten die zo verzadigd mogelijk zijn, dus zo min mogelijk omegaplekjes bevatten. Denk aan extra virgin, niet ontgeurde, maar kostbare kokosolie of aan minder dure dierlijke vetten, zoals boter, ghee, ossenwit en reuzel. Het is niet juist dat deze slecht voor de gezondheid zouden zijn. Wel belangrijk is dat de betreffende dieren zelf een gezond leven hebben mogen genieten. Slecht voor de gezondheid zijn industriële bak-, braad- en smeerproducten met kapotte omegaplekjes. Deze kennis is helaas niet of nauwelijks bekend bij artsen en diëtisten, met alle gevolgen van dien.

Alle levensvormen streven ernaar om zo goed en lang mogelijk in leven te blijven en dat geldt ook voor afzonderlijke cellen. Indien een cel niet voldoende energie ter beschikking heeft middels verbranding, hetgeen een reactie met zuurstof is, zal die cel iets anders moeten doen om aan de nodige energie te komen. Deze tweede optie is fermentatie, hetgeen ook energie oplevert, maar dan zijn er twee problemen. Ten eerste is de hoeveelheid energie beduidend minder en ten tweede ontstaan toxische eindproducten, zoals azijn, alcohol en melkzuur. Bij ongetrainde spiercellen bijvoorbeeld is er onvoldoende vermogen tot oxidatie en dan komt fermentatie aan de beurt als tweede optie bij hoge sportieve belasting met als gevolg spierpijn door het melkzuur. Allemaal logisch en biologisch.

Wanneer door omstandigheden op langere termijn onvoldoende zuurstof ter beschikking staat in een bepaald weefsel, zal dit weefsel dus kunnen en zelfs moeten proberen te overleven door fermentatie en dat is precies wat er gebeurt in een kankercel: een kankercel is een gemuteerde en gespecialiseerde cel die alleen nog maar fermenteren kan en niet meer kan oxideren. Deze specialisatie is dus een biologische noodzaak op lokaal zuurstofarm niveau!

Op alle plekken waar het warm en vochtig is en waar weinig zuurstof beschikbaar is, ziet men vroeger of later de groei van schimmels. Denk bijvoorbeeld aan een slecht geventileerde badkamer. Daarom zijn schimmels, zoals candida albicans, standaard aanwezig in kankerweefsel.
Dit eenmaal begrijpende moge het duidelijk worden hoe schadelijk suiker is, want suiker is de hoofdvoeding van candida albicans en alle andere schimmels en gisten en ten tweede is suiker noodzakelijk voor de fermentatieprocessen in kankercellen.

Tot slot nog een opmerking over conserveermiddelen. Deze middelen blokkeren de interactie met zuurstof in voedingsmiddelen, zodat rottingsprocessen worden verhinderd in bijvoorbeeld vlees, vis, zuivelproducten en alle soorten van industriële kant en klare voeding. Maar wanneer wij als argeloze consumenten eenmaal deze voeding geconsumeerd hebben, gaat dezelfde zuurstof-blokkerende werking uiteraard door in ons lichaam. En dat mag helaas worden beschouwd als een zeer ernstige ‘bijwerking’. Een goede reden om uit te zien naar natuurlijke en verse voeding. Ook hier blijkt dat slechts heel weinig artsen en diëtisten goed op de hoogte zijn, omdat hun opleidingen voornamelijk gericht zijn op farmaceutische toepassingen en symptoomonderdrukking langs chemische weg, hetgeen dan ‘geneeskunde’ wordt genoemd.

In het algemeen moge uit het bovenstaande blijken dat goede en verse voeding, die zo min mogelijk is bewerkt, heel belangrijk is voor onze gezondheid. Gezonde voeding kan preventief werken op het ontstaan van chronische ziekten, zoals kanker en zelfs een genezend effect hebben bij consequente toepassing. Maar daar blijkt de farmaceutische grootmacht niets van te willen weten, helaas.

Opmerkelijk is dat de vader van de westerse geneeskunde, Hippocrates van Kos, ongeveer 2500 jaar geleden al heeft gezegd: “Laat voeding je medicijn zijn en medicijn je voeding.”

In dezelfde tijd zei Lao Tze in China met geheel andere woorden feitelijk hetzelfde: “Wanneer je voeding niet in orde is, hebben medicijnen geen zin. Wanneer je voeding in orde is, zijn medicijnen niet nodig.”
Wat echt waar is, is altijd tijdloos. Opmerkelijk is dat deze fundamentele waarheden in verschillende culturen zijn onderkend in oude tijden, waarin chemie nog geen enkele rol speelde. Des te meer blijven deze wijze uitspraken geldig in onze tijd, die steeds verder aan het afglijden is van natuurlijkheid en natuur.

Pas de laatste jaren begint het besef te dagen dat plastic schadelijk is voor het milieu en voor het leven. De mens vindt van alles uit en past van alles toe zonder te weten wat de gevolgen zijn op langere termijn.

Uiteraard is het hier niet de bedoeling om het laatste woord te hebben, maar slechts om een bescheiden begin te maken met een meer natuurlijke kijk op het leven, dat immers niet kan worden gescheiden van de Natuur, maar daarmee één geheel is.

Werkelijke genezing of heling kan niet bestaan los van de Natuur waarvan wij als mens – en als biologisch organisme – deel uitmaken.

Frits van der Blom