Vezels zijn gezond, toch? Natuurgeneeskundige en farmaceutisch wetenschapper Cindy de Waard dacht dat lange tijd ook. “Ik was er echt van overtuigd dat we vooral zoveel mogelijk vezels moesten eten,” vertelt ze. Maar gaandeweg ontdekte ze iets opmerkelijks: niet iedereen reageert goed op vezels. “Ik blijk zelf één van die mensen te zijn die juist beter vaart bij een vezelarm dieet,” zegt ze openhartig. In haar praktijk ziet ze dezelfde patronen terug bij cliënten.
Volgens Cindy kun je vezels niet allemaal over één kam scheren. Er zijn fermenteerbare en niet-fermenteerbare vezels, ook wel oplosbare en niet-oplosbare vezels genoemd. Waar de ene soort door darmbacteriën wordt afgebroken tot stoffen als butyraat, zorgen andere vooral voor bulkvorming in de darmen. Juist die fermenteerbare vezels kunnen bij gevoelige darmen klachten geven.
Luisteren naar je lichaam en experimenteren
Wat werkt voor jou? Dat vraagt volgens Cindy om uitproberen. “Het beste kun je een voedingsdagboek bijhouden. Niet alleen wat je eet, maar ook hoe je je voelt en hoe je ontlasting eruitziet,” adviseert ze. Vezels kunnen tot wel twee dagen later nog effect hebben, dus het vraagt wat geduld en nauwkeurigheid. Bekende boosdoeners zijn de FODMAPs – fermenteerbare koolhydraten – die voor veel mensen met prikkelbare darmen klachten geven.
Meer dan vezels alleen
Als vezels niet de boosdoener blijken te zijn, kan het ook aan iets anders liggen. Histamine-intolerantie bijvoorbeeld, waarbij het lichaam histamine niet goed kan afbreken. “Daarvoor heb je het enzym DAO nodig,” legt Cindy uit. “Als je daar te weinig van hebt, kun je al snel klachten krijgen van voeding die normaal gesproken gezond lijkt.”
Van plantaardig naar dierlijk
Cindy vertelt dat ze haar eigen voedingspatroon drastisch heeft aangepast. Waar ze ooit bijna veganistisch at, eet ze nu volledig carnivoor. “Ik knapte er volledig van op, tegen alle verwachtingen in,” zegt ze. Ook cliënten van haar kiezen steeds vaker voor een voedingspatroon waarin dierlijke producten de hoofdrol spelen. Toch benadrukt Cindy: “Iedereen is anders. Wat voor mij werkt, werkt misschien niet voor jou. Daarom is het zo belangrijk dat we met een open blik naar voeding blijven kijken.”